Skip to main content

Pagina 4 van 7: Hoofdstuk 3.



RP Logo ster 82 (VV)RP Logo ster 82 (VV)HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
ARCHIEVEN ALGEMEEN
Uit het archief (geheugen) van GERT VAN PELT


Hoofdstuk 3. GROEP PIJNACKER (1966 – 1967)

Groepsbureau in het gemeentehuis

In tegenstelling tot sommigen van de collega’s werd ik als wachtmeester der rijkspolitie j.c. geplaatst op de groep Pijnacker, redelijk dicht bij den Haag, onder adj. G. Remijn. J.c. stond voor ‘jongste categorie en betekende ook, dat deze plaatsing maar één jaar zou duren. De afstand tussen Den Haag en Pijnacker was per DKW-bromfiets af te leggen. Ik trof het groepsbureau aan in een stuk van het gemeentehuis, dicht bij de Laanvaart. Vóór het gemeentehuis een plein en ruimte zat.

Kosthuis bij de taxi-ondernemer Hofman

Elke dag naar huis in Den Haag was niet de bedoeling en er was een kosthuis voor me geregeld bij taxi Hofman aan de Noordweg. Dat ik het daar erg goed had bleek o.a. uit het feit, dat ik na een half jaar niet meer in m’n tuniek paste. De reden? Veel biest eten, die Hofman zelf of één van de chauffeurs bij boeren uit de omgeving kreeg. Mevr. Hofman wist er een bijzonder smakelijk toetje van te ‘wellen’. Het groepsbureau was vijf minuten lopen, dus ik ‘verwerkte’ de biest niet.

Het Korpsrijbewijs

Dat rijbewijs halen was toch wel een prioriteit vond de groepscommandant, maar ook alle collega’s. Niet dat we een surveillanceauto hadden, alleen een motor met zijspan. Dus autorijles bij ‘Welling’ in een Opel Record met de versnellingspook aan de stuurkolom. Op één van de eerste rijlessen trapte ik eerder op het rempedaal dan m’n instructeur en van toen aan ging alles voorspoedig. Het rijexamen niet al was het ‘aangevraagd’. Noodgedwongen moest ik meer rijlessen volgen dan de korpsnorm en dat had heel wat voeten in de aarde. Eénmaal geslaagd en in het bezit van een rijbewijs B-E betekende dat niet, dat ik ook dienstauto’s mocht besturen (inmiddels een Ford Transit met de motor voorin tussen de stoelen van chauffeur en bijrijder. (Zonder stoten achteruitrijden was met dat ding niet mogelijk). Daarvoor was een korpsrijbewijs nodig en al spoedig kreeg ik allerlei studiemateriaal. Me werd herhaaldelijk te verstaan gegeven, dat zakken voor het korpsrijbewijs toch wel een blamage van de bovenste plank was. Er werd een partij druk op dat fenomeen gezet. Het waarom werd later duidelijk: zakken betekende dat je twee weken naar verkeersschool De Varekamp op cursus moest en dan was je zogezegd ‘van de groep’. Dat korpsrijbewijs heb ik nog steeds.

Eens een keertje taxichauffeur

Tja, als je kostbaas een taxibedrijf heeft komt het weleens voor. Ik had altijd geweigerd om voor chauffeur te spelen. Op een avond was er echt paniek: er moesten mensen van een feestje in Delft worden gehaald en er was geen chauffeur meer beschikbaar. Na een uitleg waar ik moest zijn, ben ik in een verlengde ‘Amerikaan’ naar Delft gereden en heb die mensen opgehaald en naar Pijnacker terug gebracht. Toch wat onwennig sturend in zo’n bakbeest van een auto, vond mijn voorin zittende passagier dat er eens naar de fuséekogels gekeken moest worden!

Verkeer regelen op de Laanbrug

Vaste prik was op toerbeurt het verkeer regelen op de Laanbrug. Verkeer van Delft naar Zoetermeer en omgekeerd. De vaart was toen nog niet gedempt; men sprak daarover. Staand bij een verkeerskast kon je de fasen van de vier richtingen schakelen. Juist had ik het verkeer uit de richting Delfgauw groen gegeven en een lijnbus naderde de kruising, toen ik uit de Kerkweg een personenauto zag aankomen met de chauffeur half buiten z’n voertuig en één been steppend. Dat voertuig knalde frontaal in de flank van de lijnbus. Mensen wat een klap! Alle richtingen op rood gezet en assistentie laten vragen. De man had ‘door de rem getrapt’ bleek later!

Koffie tijdens de surveillance

Hoe we ertoe gekomen zijn weet ik niet meer. Waarschijnlijk was koffiedrinken op bureau voor de surveillance niet weggelegd. Eén van de collega’s, Dirk Eekhof, had een transistorradio en daarop kon je de politiezender ontvangen. Handig voor thuis. Dus snel even een bakje troost bij hem thuis en de transistorradio aangezet. Kwam je oproepnummer luid en duidelijk door, dan betekende dat een 25m sprint naar de surveillanceauto om de oproep te beantwoorden. Bij het je melden moest je zorgen dat je niet buiten adem was!

Brandalarm

Dat was wat als er brandalarm gegeven moest worden. De bediening van de sirene op het dak van het gemeentehuis gebeurde vanuit de planton ruimte. Er kon dus een telefoontje komen met de opdracht de knop in te drukken. Je wist één ding zeker: de hele gemeente was ervan op de hoogte: brand. Veel verkeer en vele kijkers gegarandeerd.

Motor met zijspan

Zeker als jong politieman was de motor met zijspan een bijzonder fenomeen. Iets anders dan de fiets hadden we gewoon niet. Ik had nog geen rijbewijs en dat betekende dat je in het ‘bakje’ moest. Met 120 km/u rijden door een hagelbui maakte, dat ik mijzelf in stilte een voorruit beloofde. Hoe dan ook, surveillance rijden met motor met zijspan was een bijzonder evenement. Je zitpositie in het bakje was voor de bestuurder nogal van belang. Als het ware met de rijrichting meebewegen, maakte het voor de bestuurder gemakkelijk. Deed je dat niet dan betekende dat voor hem erg hard werken om motor met zijspan de bocht om te krijgen, als dat al lukte. Eventjes wat plagen had altijd succes.

Dat betekende dan ook, dat we langs de Zwet gingen patrouilleren: over de kruin van een dijk met een heel erg smal pad bovenop. Het kon niet anders dan dat het bakje dan de hele tijd boven het water hing. Ach, niemand wilde met een nat pak terug naar bureau, toch? Motor met zijspan rijden kónden de collega’s.


Naar > de index van dit artikel

Hoofdstuk 4.
Pagina
Zoekhulp
Er staan op onze site al meer dan 2000 artikelen waarvan sommige ook nog met meerdere pagina’s. Als je iets specifieks zoek is het natuurlijk niet te doen om al die documenten even na te lopen. Daarom deze leeswijzer / zoekhulp.
Vervolg zoekhulp....