Skip to main content



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT
Over de historie van het verkeerstoezicht op de Nederlandse wegen.
 1. Verkeerstoezicht. Hoe het begon
 2. Verkeerstoezicht tijdens en na de oorlog
 3. Snelheidscontroles
 4. Het begin van het gericht verkeerstoezicht
 5. De ULM in opkomst
 6. De Rijksweg 12
 7. Actie zwarte zes

Reacties en/of aanvullingen op dit artikel Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. het ons. Wel graag de naam v/h artikel en/of het fotonummer vermelden.
Belangrijk. Stuur geen foto's uit boeken, facebookpagina's of websites in. Deze mogen wij niet publiceren.

Het is niet toegestaan om foto's van deze site elders te publiceren bv op een website of facebookpagina.
Help ons want alleen samen kunnen we er echt iets moois van maken.  Lees hier hoe


 

  



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT


Hoofdstuk 1. Verkeerstoezicht. Hoe het begon.

Niemand heeft bij de oprichting van het Korps Rijkspolitie in 1945 kunnen bevroeden dat binnen enkele jaren de zorg en veiligheid voor het verkeer de taak zou worden die de meeste tijd in beslag zou nemen van nagenoeg alle korpsleden.

En zeer zeker niet de mannen van de Koninklijke Marechaussee en de Rijksveldwacht toen in 1930 de eerste schuchtere schreden werden gezet op verkeersgebied. Eigenlijk was er toen nog geen sprake van 'verkeer' en het toezicht was dan ook meer gericht op de staat van de voertuigen dan op de weinige gedragsregels.

In Amsterdam, bij de Gemeentepolitie, lag de zaak iets anders. Daar werd in 1912 al de eerste agent benoemd speciaal belast met verkeerstoezicht nadat de reeds in 1906 gelanceerde Motor- en Rijwielwet van kracht werd. In de jaren twintig had Amsterdam zelfs een verkeersbrigade met een sterkte van zes man. Ook enkele districten van de Rijksveldwacht hadden een brigade, maar veelomvattend was het werk niet.

Brigadiers van de Verkeersdienst Rijksveldwacht te Arnhem in nieuw (links) en oud uniform in het jaar 1931. Alle auto's waren geregistreerd in Noord-Holland, dus hadden alle een kenteken beginnend met een G.

De Verkeersbrigade Amsterdam van de Rijksveldwacht had de beschikking over twee auto's (Ford V8); eigenlijk één, want de tweede was tevens bestemd voor de districtscommandant, die daar dankbaar gebruik van maakte. Eén auto was betaald door het Ministerie van]justitie, de ander door de beheerder van het wegennet: het Ministerie van Waterstaat.
De wagens waren uitgerust met een laodo wieldrukmeter, tapley remtestmeter en meetlint. Ook was er in veel gevallen nog een fototoestel en een gradenboog voor controle stuurspeling. De bemanning van de wagens had een twee maanden durende cursus gevolgd bij de Motordienst van de Koninklijke Landmacht in Haarlem. De technische controles beperkten zich veelal tot de rem, de stuurinrichting en de verlichting. En daar bleef het bij, veelal ook door een gebrek aan technische kennis.

Enkele jaren vóór de bezetting kreeg de Amsterdamse brigade van de Koninklijke Marechaussee de beschikking over de eerste motorrijwielen van Nederlands fabricaat; 'Eysink.' Een perfect voertuig, temeer omdat de bestuurder een schitterend rookgordijn kon leggen. De Eysink was namelijk uitgerust met een door de hand te bedienen oliepomp waarmee naar hartenlust kon worden geknoeid. Ook de Rijksveldwacht was voorzien van rollend materiaal, dat kon worden ingezet voor verkeerscontroles. In 1940 bij voorbeeld had de Rijksveldwacht 15 surveillanceauto’s en vijf motorrijwielen ter beschikking; materiaal dat weldra de bezetter ten dienste kwam


Naar >  de index van dit artikel

 



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT
Artikelen over de historie van het verkeerstoezicht op de Nederlandse wegen door de politie. 


Hoofdstuk 2. Verkeerstoezicht tijdens en na de oorlog.

Al in 1941 werden op last van de bezetter de Rijksveldwacht en de Marechaussee ('Koninklijke' was al eerder geschrapt) samengesmolten. Ook de verkeersbrigades werden opgeheven en samengevoegd met de waterpolitie tot de 'Verkeers- en Rivierdienst.' In 1943 werd de Staatspolitie in het leven geroepen, waarbij alle bestaande politieorganisaties werden ingedeeld, ook dus de Gemeentepolitie. Gelijktijdig kwamen de verkeersdiensten onder de afdelingscommandanten te ressorteren, hetgeen zo bleef tot 1945 toen het 'Corps Rijkspolitie' werd opgericht. De verkeersbrigades (groepen) werd nieuw leven ingeblazen en werden ingedeeld bij de districten der Rijkspolitie. Direct na de oorlog kregen nagenoeg alle politie-instanties de beschikking over de jeep; uit het leger overgebleven groene jeeps die blauw werden gespoten. Om de ergste kou te weren werden de jeeps voorzien van een zeildak en de zijkanten van zeil en mica. Maar het wagenpark herstelde zich langzaam; de houten stationcar - de bakkerswagen geheten - verscheen ten tonele en met de welvaart de Customline en de Zephyr en weer later de Taunus 17 en 20 M.

Het wagenpark herstelde zich langzaam. De stationcar met houten opbouw - de bakkerswagen - verscheen ten tonele.
 
Op het gebied van de motorrijwielen kwamen eerst de 'Ha-dees', de Harley Davidsons. Ook deze voertuigen waren afkomstig van het leger. Er kwamen ook zijspanwagens in de mode en samen vormden zij een prachtige combinatie voor een surveillance koppel. De solo Harley's werden het eerste vervangen door de Matchless twin omdat deze veel sneller waren en bovendien geschikt voor het begeleiden van autoriteiten.
Bij de opkomst van het Duitse Wirtschaftswunder kwam de meer 'geruisloze' BMW op de markt; een stabieler voertuig. Alle verkeersgroepen werden voorzien van BMW's al dan niet met zijspan.

Ook werden wel controles uitgevoerd met medewerking van directeuren van grote bedrijven, die daarvoor hun privé-voertuig beschikbaar stelden. Veelal bestuurde de eigenaar de wagen zelf terwijl de controles werden uitgevoerd door meerijdende politiefunctionarissen. Een en ander was een direct gevolg van de wensen van enkele commissarissen der koningin, die meer verkeerscontroles wilden: de zogeheten VVC-ritten (Veilig Verkeer Controleritten).

De eerste jaren hadden de verkeersgroepen betrekkelijk weinig werk omdat er nauwelijks verkeer was. Meestal werd dan ook door de leden van de groepen normale politiedienst verricht met zo nu en dan een verkeerscontrole.
Nederland had andere zorgen; het land was economisch ontwricht en verwoest door de oorlog, maar ... een herstel was reeds merkbaar. Er werden nieuwe fabrieken en woningen gebouwd en Rotterdam, dat door de Duitsers in brand geschoten was, kon zich weldra beroemen de grootste haven van de wereld te zijn. De haven verwerkte bij voorbeeld meer tonnage dan alle Franse havens bij elkaar. Rotterdam bloeide weer als de belangrijkste doorvoerhaven naar de grote Duitse industriesteden.
Technologie en schaalvergroting kondigden zich aan. Dat had tot gevolg een nieuwe industrialisatiegolf, die tot vergaande veranderingen leidde. Dat was mede te danken aan een toenemende mobiliteit van de bevolking mogelijk gemaakt door een explosieve groei van het wagenpark.

Het meer geruisloze BMW motorrijwiel met zijspan bestuurd door wmr. G. Rodermond: in zijspan wmr. I . van der Heijden.
 
Op 1 april 1954 werd de eerste na de oorlog aangelegde autosnelweg - Rijksweg 2 tussen Amsterdam en Utrecht - officieel geopend. De weg, met een totale lengte van 32 kilometer met gescheiden rijbanen van elk 7.25 meter, had in totaal 50 miljoen gulden gekost. Bovendien was nog eens vier miljoen gulden nodig voor de aanleg van een brug in de snelweg over de Amstel bij Amsterdam: de Utrechtsebrug.
Een enorme vooruitgang omdat het verkeer niet langer gebruik hoefde te maken van de beruchte 'weg der duizend bochten' langs de Vecht, die zich door negen dorpen wrong met 126 bochten, 27 kruispunten en 78 driesprongen. Jammer was wel, dat reeds een dag na de opening van de weg een vrachtauto zich in de pijlers van een viaduct bij Breukelen boorde.
De weg werd genummerd als Rijksweg 2 geheel in overeenstemming met het Rijkswegenplan van 1932. In dat plan kreeg Amsterdam als hoofdstad de laagste wegennummers toegewezen, kloksgewijs gerangschikt rondom de stad. Rijksweg 1 van Amsterdam naar het Gooi, Rijksweg 2 naar Utrecht, nummer 3 naar Gouda, Rijksweg 4 naar Den Haag, nummer 5 naar Haarlem, Rijksweg 6 langs het Noordzeekanaal en nummer 7 naar Leeuwarden.

Ook elders in het land werden nieuwe autosnelwegen aangelegd. Een absolute noodzaak overigens omdat het verkeer in het begin van de jaren vijftig enorm toenam dank zij de gestegen welvaart. Daardoor nam echter ook het aantal aanrijdingen angstaanjagend toe; en helaas ook het aantal verkeersslachtoffers.
'Een langzaam werkende ramp voltrekt zich,' schreef een bezorgde koningin Juliana aan het in 1932 opgerichte Verbond voor Veilig Verkeer nadat bekend was geworden dat het jaar 1959 maar liefst 1.700 levens had geëist.
Foto boven en onder: Bij de PTD in De Haag werden in 1949 onder leiding van het hoofd van de centrale werkplaats, de heer Höcker afgedankte leger motorrijwielen gereviseerd en geschikt gemaakt voor politiedoeleinden.
 
 
Medio 1959 werd besloten tot een ingrijpende wijziging van de verkeersgroepen. De reorganisatie, die volgens plan in 1961 moest zijn voltooid, hield onder meer in, dat de totale sterkte van de verkeersgroepen van ruim 500 man - met 10 tot 31 man per groep - zou worden verdubbeld. Met de reorganisatie werd belast het hoofd Verkeerszaken van de Algemene Inspectie, majoor WH. van Ballegooijen de Jong, (de latere commissaris van Gemeentepolitie te Wassenaar). Besloten werd onder meer de surveillance los te koppelen van alle overige werkzaamheden en de taken van de verkeersgroepen in drie categorieën in te delen.

Categorie A betrof de surveillance met opvallende voertuigen zoals de Volkswagen en de Ford op de belangrijke interlokale wegen die werden aangewezen door de Algemeen-Inspecteur. Het te surveilleren traject bedroeg ongeveer vijftig kilometer; een afstand die niet gebonden was aan de grenzen van de districten en werd uitgevoerd van 7 uur 's morgens tot 11 uur 's avonds.

Categorie B betrof eveneens de surveillance met opvallend materiaal, maar waarbij de districtsgrenzen wel in acht werden genomen. Bovendien werd deze surveillance uitgebreid in de nachtelijke uren op alle wegen die naast een interlokaal ook een lokaal karakter hadden. Alle overige wegen bleven onder rechtstreeks toezicht van de gewone groepen.

Categorie C ten slotte omvatte alle overige werkzaamheden zoals administratie, assistentieverlening en het instellen van technische onderzoeken. Deze onderzoeken werden tot nu toe verricht door de bemanning van de surveillance-auto's; wagens die zich in feite niet leenden voor het vervoer van technische hulpmiddelen. Bovendien werd als een groot bezwaar gevoeld, dat bij een dergelijke werkwijze de surveillance in het gedrang dreigde te komen. Ook duurde het veelal te lang voordat men de plaats van het ongeval had bereikt.
Daarom werd besloten tot de aanschaf van speciale technische patrouillewagens, die zouden patrouilleren in gebieden waar de verkeersintensiteit en de ongevallen het grootst waren.
De Technische Patrouille Wagen, de later zo bekende TPW-wagen met zijn witte en blauwe beschilderde banen, deed zijn intrede in het Korps Rijkspolitie

Naar >  de index van dit artikel

 



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT
Artikelen over de historie van het verkeerstoezicht op de Nederlandse wegen door de politie. 


Hoofdstuk 3. Snelheidscontroles.

Toch bleef, ondanks alle reorganisatie, aanschaf van nieuw materiaal en de enorme inzet - zeventig procent van alle politiemanuren werd aan het verkeer besteed - het aantal overtredingen en verkeersongevallen schrikbarend toenemen. In navolging van andere Europese landen werd ook in Nederland de snelheid aan banden gelegd. De controle daarop gaf echter veel problemen door een gebrek aan betrouwbare meetapparatuur. De reeds voor de oorlog door de Haagse inspecteur van politie Waltmans en de instrumentenmaker Sirks ontwikkelde snelheidsmeter werd door het Bureau Verkeerszaken van de Algemene Inspectie als onbetrouwbaar gekwalificeerd en het gebruik daarvan te arbeidsintensief.

Dat veranderde in het vroege voorjaar van 1960 toen een Telefunken-radarapparaat werd aangeschaft. Daaraan voorafgaand had het Bureau Verkeerszaken van de Algemene Inspectie oriënterende onderzoeken verricht in Duitsland. Daar was na het gebruik van de radar-meetapparatuur het aantal verkeersslachtoffers in één jaar met 2.500 verminderd. Met de apparatuur werd gedurende enkele weken geëxperimenteerd op de Verkeersschool De Varenkamp in Bilthoven. De eerste werkelijke controles werden uitgevoerd in de gemeente Woudenberg. Een succes, temeer omdat opnieuw was gebleken, dat door goede apparatuur met een minimum aan manuren een maximale bijdrage kon worden geleverd aan de verkeersveiligheid.

Een nieuw tijdperk werd ook ingeluid toen op 2 november 1960 bij wijze van proef een nieuw wapen werd ingezet; de Porsche 1600 (kosten 17.000 gulden inclusief uitmonstering). Dit snelle voertuig, uitgerust met mobilofoon, luidspreker, obstakelmateriaal, EHBO-uitrusting en een brandblusapparaat, werd al sinds 1955 met succes gebruikt door de Duitse 'Autobahnzug' in Nordrhein-Westfalen.
De komst van de Porsche met een bemanning in witte kleding, valhelm en witte handschoenen zorgde voor een golf van kritiek; door de weggebruikers en de pers. 'Showbinken met witte handschoenen, die bang zijn de handen vuil te maken,' werd er gefluisterd, zowel extern als intern. Voordat werd besloten tot de 'Porsche-proef was in Duitsland een uitvoerig oriënterend onderzoek ingesteld door het hoofd van het Bureau Verkeerszaken, de majoor WH. van Ballegooijen de Jong en luitenant A.C. Vogel. Na vele gesprekken met de Polizei-Oberkommissar Viktor Manweiler in Düsseldorf, keerden beide functionarissen enthousiast terug, vol lof over de snelle voertuigen.

De proef met de Porsche slaagde volkomen, mede door de opperwachtmeester J. van der Heide uit Den Haag, die voor onbepaalde tijd aan het Bureau Verkeerszaken was gedetacheerd. Hij was misschien wel de eerste politieman die bij een staande houding van een overtreder zich meldde met: 'Ik ben Van der Heide van de Rijkspolitie'; een nieuwe manier van politie-optreden die later structureel in de opleiding werd opgenomen. Deze wijze van optreden bracht veel goodwill voor het imago van de politie in het algemeen. Misschien daarom wel werd er reeds achter de schermen gesproken over de vorming van een speciale, met Porsches uitgeruste surveillancegroep en in navolging van Nordrhein-Westfalen met geselecteerde manschappen. Maar zover was het nog niet

Naar >  de index van dit artikel

 



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT
Artikelen over de historie van het verkeerstoezicht op de Nederlandse wegen door de politie. 


Hoofdstuk 4. Het begin van het gerichte verkeerstoezicht op de autosnelwegen.

Organisatorisch diende er nog heel wat werk te worden verzet zoals bij voorbeeld de oprichting van de landelijk opererende Sectie Bijzondere Verkeerstaken waartoe de Minister van Justitie in april 1961 besloot. De sectie werd onderverdeeld in de Groep Surveillance Autosnelwegen (porsche-groep) en de Groep voor Bijzondere Diensten onder de dagelijkse leiding van opperwachtmeester J. Hillebrand. De leiding van de sectie werd opgedragen aan de inmiddels tot kapitein bevorderde luitenant A.C. Vogel.

De Sectie Bijzondere Verkeerstaken kreeg als voorlopige standplaats Den Haag en werd ondergebracht in de oude Alexanderkazerne die met man en macht voor dit doel gereed werd gemaakt onder het motto 'Operatie ouwe Alex.' Een operatie, die onder druk van de omstandigheden te snel werd uitgevoerd, zoals later zou blijken.
De oprichting van de Sectie Bijzondere Verkeerstaken was een direct gevolg van de ontwikkeling van de techniek met nieuwe mogelijkheden en arbeidsbesparende apparatuur; apparatuur echter die verschillende differentiaties vereiste, maar vooral gespecialiseerd personeel, zoals de bemanning van de Porsches.

De oprichting van de Groep Surveillance Autosnelwegen (GSA) hield ten nauwste verband met het geheel eigen karakter van het verkeer op de autosnelwegen met gescheiden rijbanen; uitsluitend motorrijtuigen, geen tegemoetkomend verkeer en gelijkvloerse kruisingen; omstandigheden met karakteristieke overtredingen veelal met ernstige gevolgen.
De oprichting van de Groep Bijzondere Diensten had alles te maken met de ontwikkelingen en voortschrijding van de techniek. Vooral in de verkeerssector werden steeds hogere eisen gesteld aan personeel en materieel. De sterke toename van het verkeer vereiste van de politie een uitbreiding van de activiteiten terwijl daarnaast het streven was de veelal kostbare hulpmiddelen zo economisch mogelijk te benutten; zaken die slechts konden worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel.

De eerste Traffipax-auto.
Kort na de Porsche-proef volgde een proef met een zogeheten verkeerscamerawagen in Nijmegen; ook een wagen die al enige jaren met succes in Duitsland in gebruik was. De camerawagen was een normale onopvallende surveillance-auto, voorzien van Traffipax-foto-apparatuur bestaande uit twee robotcamara's, één op het dashboard achter de voorruit gemonteerd en voorts één op het rechter voorspatbord gemonteerde tachometer en een elektronenflitser.
Het inbouwen van de instrumenten werd uitgevoerd door het Bureau Verkeerszaken waarbij opperwachtmeester J. Schot van de Verkeersgroep Utrecht een belangrijke rol speelde.
Met de camera werd het mogelijk iedere overtreding fotografisch vast te leggen met als inzet een foto van de tachometer met datum, tijd en eventueel snelheid.

De Ford Taunus Transit FK 1000

Inmiddels had ook de Ford FK 1000 zijn intrede in het Korps gedaan. De bestelbus werd gebruikt voor surveillance, het vervoer van arrestanten en andere voorkomende werkzaamheden. De bus bood plaats aan zeven personen. In totaal werden er 115 aangeschaft (vijf per district). In Zierikzee, Middelburg en Den Burg werd de FK 1000 tevens ingericht als semi-verkeerswagen omdat deze vooruit geschoven posten moeilijk waren te bereiken voor de Technische Patrouille Wagens.

 

 

Naar >  de index van dit artikel

 



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT
Artikelen over de historie van het verkeerstoezicht op de Nederlandse wegen door de politie.


Hoofdstuk 5. De ULM in opkomst.

Overigens, niet alleen de toenemende verkeersproblematiek kreeg aandacht door de aanschaf van nieuw materieel. Ook het 'platteland' werd in de 'welvaart' betrokken. Groot was echter de verbazing (en bepaald niet enthousiast, eerder verbijsterd) toen de Algemeen-Inspecteur in het voorjaar van 1961 bekend maakte, dat besloten was tot aankoop van 800 bromfietsen; Berini's ofwel ULM's (Ultra Licht Motorrijwiel) met drie versnellingen, uitgevoerd in zwart met nikkel en met een topsnelheid van zestig kilometer per uur. Een vervoermiddel dat bij de landgroepen nu niet direct met enthousiasme werd ontvangen. Zelfs de bijgeleverde poetsmiddelen en de lederen tassen met handschijnwerper met voorzetlenzen, verbanddoos, opvouwbare waarschuwingsdriehoek en een krijtje konden weinigen bekoren.


Naar > De ULM

 



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT
Artikelen over de historie van het verkeerstoezicht op de Nederlandse wegen door de politie. 


Hoofdstuk 6. Rijksweg 12

Inmiddels was op de Rijksweg 12, tussen Linschoten en de Gouwebrug te Gouda, bij wijze van proef, een begin gemaakt met de gehele afhandeling van ongevallen te laten uitvoeren door de AVD. Daarmee ging een wens van de kolonel A.C. Vogel in vervulling. Hij had vanaf het moment dat hij het commando overnam van majoor WH. Ballegooijen de Jong, alles in het werk gesteld om de snelwegen als het ware te 'veroveren' voor de inmiddels opgerichte AVD. Met name spoorde hij het personeel aan te zorgen eerder ter plaatse te zijn dan de Rijks- of Gemeentepolitie om daarna de plaatselijke politie te waarschuwen en de zaak over te dragen. 'Een omslachtig gedoe,' zei kolonel Vogel vele malen. Hij was met zijn staf van mening, dat de afhandeling van ongevallen op de grote snelwegen thuishoorde binnen zijn dienst.
Het doel van de proef op Rijksweg 12 was inzicht te krijgen in het aantal personeelsleden en materieel dat nodig zou zijn wanneer de gehele behandeling van ongevallen op de autosnelwegen in handen van de AVD zou worden gelegd. Dat gold ook voor de proef inzake verkeerssurveillance met motoren op de provinciale weg Aalsmeer-Hilversum; een traject van 35 kilometer dat lag in het ambtsgebied van de groepen Aalsmeer, Uithoorn, en Kortenhoef van het district Amsterdam en Mijdrecht, Vinkeveen, Waverveen en Breukelen van het district Utrecht.

Foto: Snelheidscontrole op de Rijksweg 12 door middel van twee contactdraden over het wegdek (speedsoning) door de opperwachtmeester K. Kortus en wachtmeester van Mastrigt beide lid van de Verkeersgroep s'-Gravenhage.
 
De surveillance werden uitgevoerd door 10 motorrijders onder commando van opperwachtmeester N. van Tuyl. De ploeg had een drie maanden durende opleiding ontvangen aan de Verkeerschool in Bilthoven, waarbij gebruik werd gemaakt van de ervaringen van de SAS groep. Die proef diende om de juiste methodiek te vinden hoeveel personeel een dergelijke surveillance vereiste.
De surveillance met motoren werd een succes en zou weldra worden uitgebreid tot andere wegen (Breda-Tilburg en Leiden-Bodegraven). Zelfs werd de voorkeur gegeven aan een uitbreiding van de motorsurveillance op alle daarvoor in aanmerking komende wegen, maar dat was op dat moment in verband met het beschikbare personeel en materieel, beslist niet haalbaar.
Niet gecontinueerd werd de proef om aan de AVD de gehele ongevalsbehandeling op een bepaald wegvak toe te bedelen omdat de technische deskundigen die permanent beschikbaar moesten zijn geen dagtaak hadden. Bovendien waren er diverse gemeentelijke korpsen, die er niets voor voelden de afhandeling van ongevallen op binnen de gemeentegrenzen liggende snelwegen, over te dragen aan 'die mooie meneren met die sportwagens' met als gevolg mogelijk nog meer kapsones.
Toch zouden later de problemen worden opgelost door het maken van goede af¬spraken met de diverse districtscommandanten en hoofden van Gemeentepolitiekorpsen onder andere met de districtscommandant Utrecht en de Gemeentepolitie Woerden.

Nadat de AVD zich in Driebergen had gevestigd, en de taken een landelijk karakter hadden gekregen, werden in het kader van de decentralisatie in de jaren tachtig enkele steunpunten geopend: in Assen, Badhoevedorp, Breda en Grathem (Limburg). Ook het personeel werd aanzienlijk uitgebreid. Telde de AVD bij de verhuizing naar Driebergen nog zo'n 240 medewerkers, anno 1992 was dit aantal opgelopen tot rond de 700 onder wie een groot aantal burgerambtenaren.

Ook het wagenpark breidde zich uit. Voor de surveillance worden verschillende soorten voertuigen gebruikt: de 260 kilometer per uur snelle Porsche 911 Carrera 2 Targa's waarvan de AVD er 25 in gebruik heeft, 47 Mercedessen 190E 2. (200 km per uur), 3 Mercedessen Benz 190E 2.6 met zes cylinder motor, 21 Volkswagens Passat Variant met een snelheid van 195 kilometer per uur, 6 Range Rovers en 14 zogeheten FROS-voertuigen - Foto Registratie Onopvallende Surveillance - van diverse merken.
Ook beschikt de dienst over enkele radarauto's voor het houden van snelheidscontroles.
Sinds haar oprichting verricht de AVD veel ondersteunende taken voor de gehele Nederlandse politie. Deze taken waren tot 1989 ondergebracht in een Ondersteuningsgroep (OSG), het Berichtencentrum (meldkamer) en de fotodienst.
Vrijwel al het laboratorium werk ten behoeve van de verkeersfotografie werd tot 1960 verricht door de Technische Recherche (voorheen gewest deskundige). Langzaam maar zeker raakte deze instantie echter als gevolg van de stormachtige ontwikkelingen van het verkeer overbelast zodat in 1959 het plan tot oprichting van een aparte verkeersfotodienst ontstond, die zou ressorteren onder het Bureau Verkeerszaken van de Algemene Inspectie.
Op 75 maart 1960 werd de opperwachtmeester T. den Ouden geplaatst bij de Technische Recherche aan de Burgemeester Patijnlaan in Den Haag om voor de verkeersfotodienst te worden opgeleid.
Nadat in 1962 als gevolg van een nijpend ruimteprobleem de Technische Recherche verhuisde, kreeg na een verbouwing de verkeersfotodienst de beschikking over een eigen gebouw dat in juli 1962 officieel werd geopend door de toenmalige Algemeen-Inspecteur, generaal J. Geritsen.
De eerste verkeersfotodienst der Rijkspolitie werd bemand door vier personeelsleden, te weten genoemde opperwachtmeester Den Ouden, wachtmeester 1e kl. A.W. de Graal en de burgerambtenaren A.R.J. Hofschreuder en de toen 19-jange zoon van districtsrechercheur adjudant Zoer, Harry Zoer.


De Centrale Meldkamer van de AVD in Driebergen die in april 1990 in gebruik werd genomen.
De foto zou toentertijd afgekeurd zijn en kwam dus niet voor publicatie in aanmerking.
De reden daarvoor is de voor die tijd ouderwetse typemachine op de voorgrond. (webmaster).

De Ondersteuningsgroep was hoofdzakelijk een leverancier van materiaal zoals dranghekken, verplaatsbare verkeerslichten en verbindingsmiddelen, waarop de gehele Nederlandse politie een beroep kon doen. In 1989 werden de drie genoemde diensten samen gevoegd in de Dienst Ondersteuning die uit twee afdelingen bestaat:
a: de Afdeling Communicatie Centrum (ACC)
b: de Afdeling Technische Ondersteuning en Ontwikkeling (ATOO)

Van het communicatiecentrum maakt uiteraard de meldkamer deel uit. Zij is uitgegroeid tot een landelijk communicatiecentrum en werkzaam voor een aantal operationele eenheden zoals de Dienst Verkeer van de AVD, Rijkspolitie te Water, Dienst Luchtvaart, de Veiligheidsdienst Koninklijk Huis, de Dienst Persoonsbeveiliging Rijkspolitie en dergelijke instanties. Ook fungeert het centrum als 06-11 alarmcentrale voor alle via de autotelefoon gedane meldingen. Verder verzorgt de afdeling de radioverkeersinformatie, teletekst en videotex.
Bij grote evenementen of calamiteiten kan in het communicatiecentrum een politie-informatiecentrum worden ondergebracht dat informatie verzamelt en vervolgens weer doorgeeft aan belanghebbende instanties. Een dergelijk centrum is onder meer actief geweest bij de blokkades door vrachtwagenbestuurders, bij de acties rond Granaria (schippers) en bij acties van ontevreden boeren.

Om een en ander zo getrouw mogelijk in beeld te brengen wordt nauw samengewerkt met bij voorbeeld de Dienst Luchtvaart en andere politiekorpsen.
Ook worden personeel en materieel beschikbaar gesteld bij optreden van grootschalige aard, bij voorbeeld bij landelijke acties. Tevens verstrekt het communicatiecentrum informatie aan verschillende doelgroepen. Dit is mogelijk door een groot aantal informatie bestanden en de 24-uurs bezetting.
Tenslotte maakt ook de Koninklijke Marechaussee permanent gebruik van het communicatiecentrum, voor de coördinatie van militaire transporten.
 
Verkeersregeling op het beruchte verkeersplein Oudenrijn in 1963.

Naar >  de index van dit artikel

 



HISTORIE RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



HISTORIE VERKEERSTOEZICHT
Artikelen over de historie van het verkeerstoezicht op de Nederlandse wegen door de politie.


Hoofdstuk 7. Actie zwarte zes.

Een groot succes in 1962 was de actie Zwarte Zes die werd gehouden in samenwerking met het Verbond voor Veilig Verkeer. Dit succes was vooral te danken aan de bemanning van de Surveillancegroep Autosnelwegen en aan de ongelooflijke publiciteit, waar kapitein Vogel ' debet' aan was. Pers en radio besteedden veel aandacht aan de actie met als hoogtepunt een complete tv-show met Dorus (Tom Manders), opgenomen op de tankbaan in Amersfoort. Ook de Rijkspolitiekapel deed mee met de succesvolle schlager 'Pas op, kom niet over de streep.' 

Bij de actie deelde de bemanning van de Porsches folders uit, maar ook vermaningen en eventueel processen-verbaal waardoor de weggebruikers zich bewust werden van het grote nut van 'de zwarte zes' te weten het zondermeer naar de linkerweghelft uitwijken bij het ingehaald worden, het onjuist invoegen, het keren op de autosnelwegen, het onvoldoende afstand houden, het te langzaam rijden, stilstaan of zelfs achteruit rijden en het onnodig op de linkerbaan rijden van de snelwegen. De actie, waarvoor het startsein was gegeven door de toenmalige Minister van Justitie, mr. Y. Scholten had tot gevolg dat het percentage overtredingen daalde met naar schatting tien procent. Daar tegenover stonden dan wel 200 processen-verbaal en ruim 2.000 waarschuwingen in de eerste twee maanden van de actie.
Niet het succes van de actie Zwarte Zes, maar veel meer de wijze waarop de Surveillancegroep Autosnelwegen opereerde om de verkeersdeelnemers bewust te maken van het feit dat zij meespeelden in een moeilijk spel, werd op 9 juni 1965 beloond met het 'Zilveren Stuurwiel.'


'Het verheugd mij dat deze keer een hele groep voor een onderscheiding in aanmerking komt. Juist de Surveillance groep Autosnelwegen is representatief voor de opvoeding van de automobilisten die deelnemen aan het snelverkeer. Uit eigen waarneming heb ik kunnen constateren hoe perfect, correct en vlot de uitvoering van hun dienst altijd is; menig keer kon ik dank zij hun hulp en tijd veilig mijn afspraken nakomen,' zei prins Bernhard tijdens de prijsuitreiking in het Hilton hotel in Amsterdam. Het Zilveren Stuurwiel dankte zijn ontstaan aan het feit, dat prins Bernhard op 10 mei 1961 de nieuwe Nederlandse Accumulatorenfabriek Acifit in Diemen had geopend.

Een jaar later werd op initiatief van de directeur van dit bedrijf een fonds gesticht. Daardoor werd het mogelijk jaarlijks aan drie personen of groepen, die zich op het gebied van het automobilisme verdienstelijk hadden gemaakt, het Zilveren Stuurwiel uit te reiken. Een jury, waarin zitting hadden de heren A.G.M.Boost, directeur Wegen en Verkeer van de ANWB, ir W. Fick voorzitter van het Kontaktcentrum voor Journalisten, baron Van Harinxma thoe Slooten, secretaris van de KNA, ].B.Th.Hugenholtz, directeur van het circuit in Zandvoort (waar de bemanning van de Porsches hun rij-opleiding ontvingen) en de burgemeester van Diemen mr J.H. Strumpher Tideman waren eensluidend in hun besluit de onderscheiding aan de groep Surveillance Autosnelwegen te verlenen. 'Aan deze groep moet een bijzonder grote waarde worden gehecht, niet alleen vanwege de preventieve werking, die van haar optreden uitgaat, maar veeleer nog vanwege de nadruk welke zij legt op haar opvoedende taak in het verkeer. De medewerkers aan deze groep zijn overtuigd, dat hun taak meer omvat dan het uitdelen van 'bonnetjes.' Met het 'halt politie' alleen bereikt men namelijk niets. De actie Zwarte Zes is hiervan een duidelijke voorbeeld,' zo luidde het juryrapport.
De onderscheiding en de daarbij behorende oorkonde werden in ontvangst genomen door het hoofd van de Sectie Bijzonder Verkeerstaken, A.C. Vogel.
 

Naar >  de index van dit artikel



Zoekhulp
Er staan op onze site al meer dan 2000 artikelen waarvan sommige ook nog met meerdere pagina’s. Als je iets specifieks zoek is het natuurlijk niet te doen om al die documenten even na te lopen. Daarom deze leeswijzer / zoekhulp.
Vervolg zoekhulp....