Skip to main content


RP Logo ster 80 (VV)RP Logo ster 80 (VV) HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN

 DE HISTORIE VAN HET VERKEERSTOEZICHT 


HVT H1 01(7V)AVD en de pers.

'Kijk dat was Vogel precies,' zegt kapitein b.d. H.A. de Ruiter, voormalig stafmedewerker van de AVD. 'Kolonel Vogel wist feilloos hoe hij met kritiek moest omgaan. Dat gold ook voor zijn omgaan met de pers. De opmerking van collega Peterink, dat de AVD een grote populariteit genoot was waar, maar de kritiek daarop was ten onrechte.
Ook wij konden er niets aan doen, dat een verslaggever met fotograaf meer belangstelling had voor een glimmende Porsche en een politieman in een keurig wit pak. Toch wel iets anders dan een door regen verzopen politieman op een ULM.
Daar kwam nog bij, dat kolonel Vogel een gave had om zijn dienst en 'zijn witte muizen' aan de pers en aan het publiek te verkopen. Veel eerder dan andere hoofden van dienst, die de pers aanvankelijk zelfs vermeden, begreep Vogel de belangrijkheid van voorlichting en openheid. 'De AVD maakt geen nieuws; de AVD is nieuws,' luidde zijn stelling. Hij had daarmee een waardige 'compagnon' gevonden in de AVD-kapitein W.E.K.J.E. Frackers. Veel later zou generaal Frackers in een terugblik zeggen: 'Omgaan met de media heb ik daar (AVD) geleerd. Ik heb daar een stuk ongebondenheid binnen de gebondenheid van de politie leren kennen.'

De contacten van beide officieren met de pers waren optimaal,' weet kapitein De Ruiter. 'Toen Vogel praatpalen wenste liet hij bijvoorbeeld tv-verslaggever Jan Gerritsen hem de vraag stellen waarom die dingen wel in het buitenland waren te vinden, maar waarom niet hier. Natuurlijk de palen kwamen er.'
'De AVD is de smaakmaker van de Rijkspolitie, maar zonder Vogel was dat nooit-en-nooit-en-nooit zo geweest,' zei generaal Frackers in een interview na zijn benoeming tot Algemeen-Inspecteur van het Korps Rijkspolitie op 1 oktober 1984.

In de zomer van 1966 kreeg het Korps Rijkspolitie de beschikking over een eigen slipbaan nabij de vliegbasis Soesterberg. De baan werd aangelegd met medewerking van het hoofd van de Directie Politie en de toenmalige vliegbasiscommandant, de kolonel De Boer, die een afgedankte landingsbaan beschikbaar stelde. De antislipcursus werd gegeven door eigen instructeurs te weten adjudant B.P. Emmelkamp, opperwachtmeester J .H. Karst en de wachtmeester 1 e kl. E van de Werf die samen met de plaatsvervangend commandant van de Verkeersschool, kapitein E. Spierenbrug, door Rob Slotemaker waren opgeleid.

In 1971 kwamen bij de Verkeersschool in de gemeente Dei! de slipbanen inclusief een 'skidpan' voor de gehele Nederlandse politie gereed. De banen waren gebouwd naar het voorbeeld van de beroemde Londense Hemdon-baan; twee strips van circa 80 meter met aan de kop een zogeheten 'skidpan', een rond circuit met een kruis waarop het gekoppeld slippen werd geleerd.

Langzaam maar zeker groeide de Sectie Bijzondere Verkeerstaken uit tot een veelomvattend bedrijf met materiaal waarvoor in de aloude Alexanderkazerne nauwelijks plaats was. Het gebouw voldeed volstrekt niet aan de verwachtingen. Menigeen zal zich nog herinneren hoe in de kamer van de toenmalige commandant, kapitein A. C. Vogel, bij regen emmers werden neergezet om het lekwater op te vangen. Weldra werd de toestand onhoudbaar. Daarom werd besloten om te zien naar een andere en bovendien meer centraal gelegen huisvesting. Die werd gevonden in de gemeente Driebergen aan de Rijksweg 12 op de kruising met de provinciale weg Zeist-Driebergen waar in 1964 een oud landgoed werd aangekocht waar tot dan een fabriek van magneten was gevestigd. Ook de bij het landgoed behorende villa Hoogeweerd en het daarnaast gelegen landhuis Klein Hoeve, dat eigendom was van de familie Waller, werd aangekocht. De villa werd ingericht als stafbureau en de fabriek werd geschikt gemaakt voor een centrale meldkamer. Ook werden er werkplaatsen en garages gebouwd voor de toen beschikbare achtenveertig Porsches van de Surveillancegroep Autosnelwegen en voor de motoren.

De Sectie Bijzondere Verkeerstaken beschikte in totaal over ongeveer honderd voertuigen. Naast de Porsches behoorden tot het materieel bij voorbeeld twee eenheden voor de controle van zwaar verkeer, vijf radarwagens, vier Traffipaxwagens, drie Land Rovers, twee auto-ambulances, trucks met aanhangwagens en een aantal personen- en bestelauto's. Ook was er plaats voor de inmiddels aangeschafte containers die waren ingericht als mobilofoon-relaisstations en als bureau, die door middel van trucks met oplegger op elke gewenste plaats konden worden ingezet. Zo ook voor ander materieel zoals verplaatsbare verkeerslichten en snelheidsapparatuur. Op het terrein werd ook een werkplaats gebouwd voor de Politie Technische Dienst en voor de Politie Verbindingsdienst (PVD) waar de reparaties en het onderhoud van het verbindingsmaterieel werden verricht. Tevens kwam er een oplaadstation voor de rond vierhonderd in gebruik zijnde accu's. In de oude fabriek was de landelijke alarmcentrale (03430 4321) en de telex- en telefooncentrale ondergebracht. De centrale werd bediend door drie telex-telefonistes. Een telex was aangesloten op het telexnet van de PVD, een tweede op het landelijke PTT-telexnet zodat direct contact kon worden onderhouden met het ANP, de radionieuwsdienst, de NTS omroepverenigingen, de Rijkswacht, Polizei Warnfunk enzovoort.

Achter de Hoogeweerd werd een prefab-paviljoen gebouwd (Gebouw C), waarin de executieve dienst werd ondergebracht; de Surveillancegroep Autosnelwegen, de Groep Bijzondere Controles, de Ondersteuningsgroep, de Traffipax Surveillancegroep, de Verkeersfotodienst, de Motorsurveillancegroep, het Bureau Beheer alsmede het Bureau Interne Opleidingen. In het zestig meter lange gebouw bevonden zich ook de kleedkamers en de vier werkkamers voor het bijna 250 koppige personeel waarvoor in de villa Klein Hoeve een kantine, een eetzaal en 25 slaapplaatsen werden ingericht. Niet verwonderlijk, dat de villa weldra 'het hotel' werd genoemd. De kantine werd geëxploiteerd door de enige rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging binnen het Korps, de RP Alex; een vereniging die met verve werd geleid door de opperwachtmeester Th. Leenders. Het merendeel van het personeel woonde overigens binnen een kring van vijftien kilometer rond Driebergen. Slechts met een machtiging kon daarvan worden afgeweken. Het streven was voor iedereen zo spoedig mogelijk een woning binnen de kring te vinden. Er werd zelfs een interne woningcommissie ingesteld. De commissie had veelvuldig contact met burgemeester mr R.W baron Boetzelaer van Driebergen; een gemeente waar tot dan hoofdzakelijk gepensioneerden en rijke renteniers woonden. 'Maar jong bloed in een gemeente kan nooit kwaad,' zei de baron tijdens de officiële opening van het complex op 19 februari 1967 door de toenmalige Minister van)justitie, mr. J.H.G. Polak. Enkele weken daarvoor, op 24 januari, was met een parade afscheid genomen van de aloude Alexanderkazerne; een parade die werd afgenomen door generaal W de Gast en de hoofdcommissaris van politie van Den Haag,).H.A.K. Gualthérie van WeezeI.

Koningin Beatrix had reeds in 1962 al kennis gemaakt met de Rijkspolitie en met name opperwachtmeester N. van Tuyl toen zij op weg was naar het Haagse Vredespaleis voor het bijwonen van een congres van juridische studenten met haar auto strandde ter hoogte van de Meern op de Rijksweg 12. Een lift van de Rijkspolitie bracht uitkomst zodat de princes nog op tijd arriveerde voor de officiële opening van de bijeenkomst
De Sectie Bijzonder Verkeerstaken had eindelijk een onderkomen gevonden waar plaats was voor de modernste technische hulpmiddelen en waar mogelijkheden waren geschapen voor een zo groot mogelijke efficiency. 'Er is eindelijk plaats voor de "witte auto's",' zei minister Polak, 'die op onze hoofdwegen een vertrouwd beeld zijn geworden; hun verschijning maakt naar het woord van een hoogleraar strafrecht van de ergste wildeman een keurige weggebruiker.' Toch merkte Polak op, dat aan een uitbreiding van de sectie grenzen diende te worden gesteld waarbij onder meer rekening diende te worden gehouden met de budgettaire mogelijkheden. Uiteraard mocht een en ander niet ten koste gaan van de taakuitoefening. Dat gold ook, zo memoreerde Polak, voor het functioneren van andere onderdelen van het Korps Rijkspolitie, zoals de verkeersgroepen en de voor de verkeersdoorstroming steeds belangrijker wordende Dienst Luchtvaart. De bewindsman doelde daarbij op een eerder door hem en de Minister van Binnenlandse Zaken aangekondigde wijziging van de Politiewet met betrekking tot de taak van de politie ten aanzien van het verkeer op de grote wegen buiten de bebouwde kom.

De Politiewet was tot dan gebaseerd op een gemeentelijke indeling. Elke gemeente had hetzij een eigen Gemeentepolitiekorps, hetzij Rijkspolitie. De bevoegdheid van een Gemeentepolitiekorps was beperkt tot de eigen gemeente, die van de Rijkspolitie tot gemeenten met Rijkspolitie. Een indeling die met name voor het politieel optreden op de grote verkeerswegen buiten de bebouwde kom bepaald niet logisch genoemd kon worden.
Langzaam maar zeker was de overheid tot het inzicht gekomen dat dergelijke wegen als één geheel beschouwd moesten worden zonder gemeentelijke grenzen. Dit temeer omdat deze wegen niet of nauwelijks deel uitmaakten van het leven van die plaatselijke gemeenschap. Gedacht werd, na uitvoerige studies van een drietal commissies op bestuurlijk, justitieel en politietechnisch gebied, aan een wetswijziging waarbij de Rijkspolitie werd belast met het verkeerstoezicht op wegen voor doorgaand verkeer, waar• bij de bevoegdheid van de politie ingevolge de gemeentelijke indeling niet werd aangetast.
Een en ander resulteerde in het zogeheten 'verkeerswetje' waarbij de Politiewet zodanig werd gewijzigd dat op doorgaande wegen eenvormig rijkspolitietoezicht mogelijk werd. De kritiek uit de Tweede Kamer, met name op het feit dat een dergelijke bevoegdheid afbreuk deed aan de taak van de burgemeester, werd door beide bewindslieden afgewezen door te wijzen op de RP te Water die reeds gemeentegrenzen door¬kruiste. Bovendien hielden de ministers de critici voor, dat het geen inspraak hebben van burgemeesters in een bepaald facet van het politiewerk geen bijzonderheid was. Hierbij werd met name gedacht aan de verkeersgroepen in de districten die immers ook opereerden zonder inspraak van burgemeesters.
Kortom het was de eerste stap op weg naar een landelijk opererende Algemene Verkeersdienst Rijkspolitie als opvolger van de Sectie voor Bijzondere Verkeerstaken. Drie¬bergen was er klaar voor. Ingrijpende veranderingen die binnen en buiten het Korps Rijkspolitie de nodige aandacht vergden temeer omdat ook was besloten tot een in¬grijpende interne reorganisatie zoals de opheffing van de vijf Territoriale Inspecties, het terugbrengen van het aantal districten van 23 naar 17 en een uitbreiding van de Al¬gemene Inspectie. Nieuwe ontwikkelingen die de gemoederen van de circa 7.000 personeelsleden van het Korps danig bezighielden en zorgden voor onrust onder het circa 7.000 man tellende personeel.

Maar desondanks ging het werk door. 'Er wordt wel eens gekankerd, maar met elkaar staan we ervoor,' zei generaal W de Gast in zijn gebruikelijke nieuwjaarswens.
'Ik ben gelukkig, dat er zoveel nieuwe korpsleden zijn, die ook onder zware omstandig¬heden de noodzakelijke diensten verrichten. En dat zeg ik niet om vriendelijk te zijn, maar dat meen ik werkelijk.'

Naar > Documenten en artikelen AVD '68 / '94

Naar > Artikelen Historie Verkeerstoezicht.


Zoekhulp
Er staan op onze site al meer dan 2000 artikelen waarvan sommige ook nog met meerdere pagina’s. Als je iets specifieks zoek is het natuurlijk niet te doen om al die documenten even na te lopen. Daarom deze leeswijzer / zoekhulp.
Vervolg zoekhulp....