Skip to main content


RP Logo ster 80 (VV)RP Logo ster 80 (VV)HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
RIJKSPOLITIE ALGEMEEN



ORGANISATIE CORPS RIJKSPOLITIE IN 1947

De geschiedenis van de organisatie van het Korps Rijkspolitie.

Door het Politiebesluit van november 1945 ontstonden er twee soorten politie in Nederland: De Gemeentepolitie en het Corps Rijkspolitie. Het Corps Rijkspolitie werd opgericht op 11 november 1945 bij de inwerkingtreding van het Politiebesluit 1945. Het corps nam bij haar oprichting een gedeelte van de politie organisatie uit de Tweede Wereldoorlog over. Model stond de toenmalige organisatie van de marechaussee, zoals die in 1943 door de samenvoeging van de tot dan toe bestaande Koninklijke marechaussee, het Korps Rijksveldwacht en de gemeenteveldwachters was ontstaan. Het corps Rijkspolitie werd gesplitst in 5 gewesten met te samen 21 districten.Het Corps Rijkspolitie was verantwoordelijk voor de politiezorg in alle gemeenten met minder dan 25000 inwoners en ressorteerde rechtstreeks onder het Ministerie van Justitie.

Bij de inwerkingtreding van de Politiewet 1958 veranderde, naast de naam van Corps Rijkspolitie naar Korps Rijkspolitie, de structuur in die zin, dat - van onderaf beginnend - in beginsel werd uitgegaan van een groep als eenheid voor een gemeente, met de mogelijkheid om kleinere gemeenten als posten onderdeel van een groep te doen zijn. De groepen werden verenigd tot districten. De gewestcommandanten als zodanig verdwenen om - met name voor het comptabel- en materieelbeheer - plaats te maken voor vooruitgeschoven posten van de algemene inspecteur; de (vijf) territoriaal inspecteurs. Op 1 april 1970 werden in het kader van de reorganisatie de territoriale inspecties opgeheven en de inmiddels tot een aantal van 17 teruggebrachte districten ressorteerden vanaf dat moment rechtstreeks onder de algemeen inspecteur.

De organisatie van het Korps Rijkspolitie zag er in 1947 als volgt uit.

Algemene Inspectie (1)
    Gewesten (5)
        Districten (21)
          Landgroepen.Tot 1948 waren de landgroepen nog ingedeeld in afdelingen.
En een aantal landelijke diensten.

De Algemene Inspectie Korps Rijkspolitie te 's-Gravenhage.
De Algemene Inspectie had in 1947 vier afdelingen te weten: afd. I. Juridische en Algemene Zaken, afd. II. Uitvoerende dienst, afd. III. Personeel en afd. IV. Veterinaire Dienst.
In die tijd waren er naast de Algemene Inspectie bij het Ministerie van Justitie ook nog andere afdelingen die zich met politieaangelegenheden bezig hielden.

De Gewesten van het Korps Rijkspolitie.
Vanaf 1946 tot 1959 waren er vijf gewesten – zie het overzicht hieronder - overeenkomend met de 5 ressorten van de gerechtshoven. De gewesten werden in 1959 omgedoopt in Territoriale Inspecties en in op 1 april 1970 afgeschaft. Deze gewesten werden gevormd door meerdere districten en ressorteerde onder de Algemene Inspectie.
Bij de gewesten waren o.a. materieelbeheerders, meester geweermakers, technische rechercheurs, bereden pelotons en de comptabele ondergebracht.

Hieronder het overzicht van de gewestindeling in 1947.
Algemene Inspectie
- Afd. I. Juridische zaken
- Afd. II. Uitvoerende dienst
- Afd. III Personeel
- Afd. IV Veterinaire dienst

Gewest Amsterdam
- District Alkmaar,
- District Amsterdam,
- District Utrecht.

Gewest 's-Gravenhage
- District Dordrecht,
- District 's-Gravenhage,
- District Middelburg,
- District Leiden per 1-12-‘48.
- District Breda,
- District Eindhoven,
- District 's-Hertogenbosch,
- District Tilburg per 1-8-‘52,
- District Maastricht,
- District Roermond.
Gewest 's-Hertogenbosch
Gewest Arnhem
- District Apeldoorn
- District Doetinchem
- District Nijmegen
- District Almelo
- District Zwolle
Gewest Groningen
- District Groningen
- District Winschoten
- District Heerenveen
- District Leeuwarden
- District Assen
De districten van het Korps Rijkspolitie.
De districten, ook wel de landdienst genoemd vormde de 'ruggengraat' van het Korps Rijkspolitie. De districten waren verantwoordelijk voor de basispolitiezorg in steden en dorpen met minder dan 25000 inwoners. Ieder district was opgedeeld in zogenaamde landgroepen.
Het Korps Rijkspolitie was in 1946 verenigd in aanvankelijk 21 districten. Korte tijd later kwamen er nog twee districten bij (op 1-12-1948 Leiden en op 1-8-1952 Tilburg) en kwam het aantal op 23 districten hetgeen zo zou blijven tot de reorganisatie van 1969.
Het eerste jaar was eigenlijk de opbouwtijd van het Korps Rijkspolitie dat in november 1945 was opgericht. In die jaren is er ook nog wat geschoven met gemeenten die wel of geen eigen Politiekorps kregen. Na 1947 zijn er districten opgericht, opgeheven, hernoemt of samengevoegd.
Bij deze reorganisatie van 1969 is het aantal districten teruggebracht van 23 naar 17. Aanvankelijk was het de bedoeling om tot 11 districten te komen - één per provincie - maar bij nadere beschouwing bleek een aantal van 17 toch beter te zijn. Vanaf 1988 is men langzaam gaan toewerken naar de reorganisatie van de gehele Nederlandse Politie in 1994.
In 1986 is het District Flevoland opgericht met de groepen Urk en Dronten.Dit district was er eigenlijk alleen maar in naam want het had geen eigen districtsstaf maar geheel onder de districtsstaf van het district Apeldoorn.

Ieder district had een districtsstaf. Hier werd het beleid in het district uitgemaakt. Er waren een aantal officieren met specifieke taakaccenten beschikbaar. De jongste officier, een luitenant kreeg meestal verkeer als taakaccent. Verder waren er justitiële medewerkers en was de meldkamer meestal in het districtsbureau gevestigd.
Bij de districten waren specialistische afdelingen, zoals de Verkeersgroep, Parketpolitie, Beredenen en Veldpolitie, alle ter ondersteuning van de landgroepen.
In de beginjaren waren er bij de districten enkele districtsrechercheurs?????
Later kwam er een afdeling Districtsrecherche en die was weer onderverdeeld in de Technische recherche die de ondersteuning bij sporenonderzoek verleende en de tactische recherche die de groepsrechercheurs ondersteunden bij zware criminaliteit, moord- en doodslag en alles waar de capaciteit en kennis op de groep tekort bij schoten.
Ieder district had een Verkeersgroep. Het onderdeel dat de verkeersondersteuning verzorgde op de provinciale wegen en de rijkswegen die niet aan de AVD waren toebedeeld.
De verkeersgroepen kende buiten de staf een drietal onderdelen.
De Surveillancedienst met auto's en motoren.
De Technische Afdeling die jaren lang bekend stond om hun Citroën "frietbussen' die technisch onderzoek deed bij aanrijdingen, opgevoerde bromfietsen en technische gebreken aan voertuigen.
En de afdeling Bijzondere Controles die de statische snelheidscontroles uitvoerden.
De landgroepen.
De landgroepen waren belast met de plaatselijke basispolitiezorg m.b.t. justitiële en openbare orde zaken.
Het werkgebied van een landgroep bestond uit een of meerder gemeenten. Aan het hoofd van een landgroep stond een groepscommandant vaak bijgestaan door een plaatsvervangend groepscommandant die vaak ook de functie van rayoncommandant vervulde. De groepscommandant onderhield het contact met de burgemeester(s) en de Hoofdofficier van Justitie. Deze 'driehoek' bepaalde het directe lopende beleid in de betreffende gemeente. .

De naam van de landgroep was meestal gelijk aan de naam van de gemeente waar het groepsbureau gevestigd was. 

Tot 1960 was er bij een landgroep binnen een of meerdere gemeenten één groepsbureau met een of meerdere Postbureaus. Bijvoorbeeld in kerkdorpen.
In de beginjaren waren veel Postbureaus eenmansposten met bureau aan huis, hierdoor werd er in die tijd dus ook al wijkgericht gewerkt.
Vanaf 1960 werden er naast de Postbureaus ook Rayonbureaus ingevoerd.
Bestond de groep uit meerdere gemeenten dan kreeg iedere gemeente (m.u.v. de gemeente waar het Groepsbureau was) een Postbureau met eventueel een of meerdere Rayonbureaus. In de gemeente waar het Groepsbureau gevestigd was kreeg minimaal een Rayonbureau.
Door deze organisatie had je in iedere gemeente één Postcommandant (meestal een Owmr.) met vast personeel. De Rijkspolitieman stond daardoor dicht bij de plaatselijke bevolking en werd er aandacht geschonken aan die onderwerpen waar de bevolking behoefte aan had. De Rayoncommandant (meestal een Wmr.I.) viel dan weer onder de Postcommandant.

Iedere groep had een groepsadministratie met een of meerdere administratieve medewerkers. Vanaf 1969 waren er ook een of meerdere groepsrechercheurs. Afhankelijk van de grootte van de groep hielden zij zich bezig met wat we nu de kleine criminaliteit en de veelplegers zouden noemen. Voor de grote criminaliteit was de districtsrecherche ter ondersteuning beschikbaar.

Landelijke diensten.
In 1947 waren er ook nog enkele landelijke opererende Politiediensten. Te weten: de Fotodienst, de Politie te Water, de Technische Verbindingsdienst, de Intendance der Rijkspolitie, de Politie Technische Dienst der Rijkspolitie, de Rijksspeurhonden en de Geneeskundige en Gezondheidsdienst der Rijkspolitie. Later zouden er nog diverse andere landelijke diensten bijkomen.
Bronnen o.a.: Oude politietijdschriften en politiealmanakken
 

Naar >  Menu A.I. en Organisatie RP
Reageren op dit artikel: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


Zoekhulp
Er staan op onze site al meer dan 2000 artikelen waarvan sommige ook nog met meerdere pagina’s. Als je iets specifieks zoek is het natuurlijk niet te doen om al die documenten even na te lopen. Daarom deze leeswijzer / zoekhulp.
Vervolg zoekhulp....